26-11-2008
De Tweede Kamer heeft dinsdag 25 november het Belastingplan 2009 goedgekeurd. Het Belastingplan zal na behandeling en akkoord van de Eerste Kamer op 1 januari 2009 in werking treden.
In het kader van de fiscale vergroening wordt in dit Belastingplan onder meer de BPM-grondslag omgebouwd van catalogusprijs naar CO2-uitstoot, komt er een verlaagd MRB-tarief voor zeer zuinige auto's en wordt er een tweede verlaagd tarief van 20% geïntroduceerd voor de bijtelling van zuinige leaseauto's.
De Tweede Kamer heeft een vijftal amendementen aangenomen op het Belastingplan 2009 aangenomen ,onder andere over oldtimers.
De Tweede Kamer heeft een vijftal amendementen aangenomen op het Belastingplan 2009 aangenomen ,onder andere over oldtimers.
bron:minfin.nl
noot BPMberekenen.nl: Uitgebreidere berichtgeving volgt. Deze veranderingen moeten nog door de 1e kamer worden goedgekeurd, voordat ze definitief zijn. De verwachting is wel dat het niet meer veranderd.
TOELICHTING:
Dit amendement ziet op twee wijzigingen. Voor de bijtelling en
onttrekking privégebruik van de auto van de zaak wordt uitgegaan van de
catalogusprijs van de auto met inbegrip van de BPM. Voor een auto die
meer dan 15 jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen, wordt
daarentegen uitgegaan van de waarde in het economisch verkeer. Als
gevolg van dit amendement wordt deze grens met ingang van 1 januari
2010 verhoogd naar 25 jaar. De opbrengst van deze wijziging bedraagt
jaarlijks € 21 mln. Deze dient ter dekking van verdere vergroeningsmaatregelen,
zoals een sloopregeling, per 2010.
onttrekking privégebruik van de auto van de zaak wordt uitgegaan van de
catalogusprijs van de auto met inbegrip van de BPM. Voor een auto die
meer dan 15 jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen, wordt
daarentegen uitgegaan van de waarde in het economisch verkeer. Als
gevolg van dit amendement wordt deze grens met ingang van 1 januari
2010 verhoogd naar 25 jaar. De opbrengst van deze wijziging bedraagt
jaarlijks € 21 mln. Deze dient ter dekking van verdere vergroeningsmaatregelen,
zoals een sloopregeling, per 2010.
Ten tweede bewerkstelligt dit amendement een wijziging in de
vrijstelling in de motorrijtuigenbelasting voor voertuigen ouder dan 25
jaar. Door dit amendement wordt de vrijstelling in de motorrijtuigenbelasting
voor voertuigen ouder dan 25 jaar per 31 december 2011 bevroren.
Dit wil zeggen dat de voertuigen die op die datum 25 jaar of ouder zijn
onder de vrijstelling blijven vallen, maar dat voertuigen die op die datum
jonger zijn niet meer van de vrijstelling gebruik kunnen maken. Een
beperking van de vrijstelling ligt in de rede, gelet op de toegenomen
rijwaardigheid van moderne auto’s, waardoor grotere aantallen oudere
auto’s, op reguliere basis, van de weg gebruik maken, terwijl ze minder
energie-efficiënt zijn dan nieuwere auto’s. Hiernaast kan handhaving van
de vrijstelling verstorende effecten hebben op de invoering van de
kilometerbeprijzing. De maatregel treedt in werking op 1 januari 2012.
Deze wijziging heeft een budgettaire opbrengst tot gevolg vanaf 2012. Het
vervallen van de vrijstelling werkt door naar de provinciale opcenten. Voor
de rijksoverheid wordt de extra opbrengst geraamd op € 3 miljoen in
2012, € 10 miljoen in 2013, € 16 miljoen in 2014, € 22 miljoen in 2015 en
€ 28 miljoen in 2016 (structureel niveau is € 60 miljoen). Hierbij is
rekening gehouden met de in het Belastingplan 2009 opgenomen
tariefstijging van de motorrijtuigenbelasting in deze jaren. Voor de
provincies wordt de opbrengst geraamd op € 1,5 miljoen in 2012, € 4,5
miljoen in 2013, € 7,5 miljoen in 2014, € 10,5 miljoen in 2015 en € 13,5 in
2016.
vrijstelling in de motorrijtuigenbelasting voor voertuigen ouder dan 25
jaar. Door dit amendement wordt de vrijstelling in de motorrijtuigenbelasting
voor voertuigen ouder dan 25 jaar per 31 december 2011 bevroren.
Dit wil zeggen dat de voertuigen die op die datum 25 jaar of ouder zijn
onder de vrijstelling blijven vallen, maar dat voertuigen die op die datum
jonger zijn niet meer van de vrijstelling gebruik kunnen maken. Een
beperking van de vrijstelling ligt in de rede, gelet op de toegenomen
rijwaardigheid van moderne auto’s, waardoor grotere aantallen oudere
auto’s, op reguliere basis, van de weg gebruik maken, terwijl ze minder
energie-efficiënt zijn dan nieuwere auto’s. Hiernaast kan handhaving van
de vrijstelling verstorende effecten hebben op de invoering van de
kilometerbeprijzing. De maatregel treedt in werking op 1 januari 2012.
Deze wijziging heeft een budgettaire opbrengst tot gevolg vanaf 2012. Het
vervallen van de vrijstelling werkt door naar de provinciale opcenten. Voor
de rijksoverheid wordt de extra opbrengst geraamd op € 3 miljoen in
2012, € 10 miljoen in 2013, € 16 miljoen in 2014, € 22 miljoen in 2015 en
€ 28 miljoen in 2016 (structureel niveau is € 60 miljoen). Hierbij is
rekening gehouden met de in het Belastingplan 2009 opgenomen
tariefstijging van de motorrijtuigenbelasting in deze jaren. Voor de
provincies wordt de opbrengst geraamd op € 1,5 miljoen in 2012, € 4,5
miljoen in 2013, € 7,5 miljoen in 2014, € 10,5 miljoen in 2015 en € 13,5 in
2016.